

Op maandag 30 oktober kwamen bijna tachtig bestuurders uit de politiek, zorg, welzijn, gemeenten en zorgverzekeraars uit het hele land bijeen in Kasteel Maurick in Vught. Zij gingen het gesprek aan over de zorgzame samenleving. WeHelpen – de marktplaats voor sociaal kapitaal – organiseerde dit inspiratiediner over de kracht van sociaal kapitaal en de waarde die het heeft voor onze zorgzame samenleving.
VVD, D66, ChristenUnie en CDA gaan samen de toekomst tegemoet. Een veilige, zorgzame en hechte samenleving is een van de beleidsmatige hoofdlijnen. Dit gaat niet primair om subsidies of regelgeving, maar vooral ook om aandacht. Niet alleen van de overheid, maar van ons allemaal. Heel veel mensen zijn bereid om anderen te helpen. En veel mensen doen dat ook al. Aan de andere kant zien we dat er nog veel winst te halen is in het organiseren van die hulp. Zodat nog meer mensen er op een goede manier zijn voor elkaar. Hoe gaan we dat dan doen samen?
Onder leiding van dagvoorzitter Pieter Hilhorst en geïnspireerd door een aantal bijzondere sprekers, zochten de aanwezigen antwoorden op deze vraag.
Wat ben jij bereid te vragen aan een ander?
Als je het hebt over een zorgzame samenleving, gaat het vaak over wat je voor een ander wilt doen, minder vaak over wat je bereid bent te vragen. Pieter Hilhorst vroeg de aanwezigen daarom hun buurman of buurvrouw aan tafel te vragen welke hulpvraag hij of zij in de komende vijf jaar verwacht te moeten stellen voor zichzelf. Het was een vraag die veel reacties opriep. Veruit de meeste mensen gaven aan het heel moeilijk te vinden zelf hulp te vragen. Het bieden van hulp is veel gemakkelijker.
Ontwikkelingen, trends en bewegingen in de samenleving
Welke ontwikkelingen, trends en bewegingen zien we in de samenleving waar we een antwoord op moeten hebben? Wim van der Meeren (CZ) en Sophie Hermans (VVD) namen de aanwezigen mee in gesprek.
Het gaat in de zorgzame samenleving om solidariteit. Die staat onder druk, gaf Wim aan. Samen met de kosten en de premies. “Het gaat goed en toch willen we minder eigen risico en lagere premies. Tegelijkertijd zien we nog steeds dat laagopgeleiden gemiddeld zeven jaar korter leven en vaker en langer ziek zijn dan hoogopgeleiden.” De vraag is volgens Wim: hoe organiseren we de niet afgedwongen solidariteit? “We hoeven niet alles te professionaliseren. We hoeven niet altijd naar Den Haag te kijken voor de oplossingen. We kunnen ook zelf leiderschap nemen.” Volgens Wim is verder het belangrijk dat personeel daar ingezet wordt waar het echt nodig is. “En mensen moeten ook veel zelf doen, want een probleem wordt niet automatisch opgelost omdat je premie betaalt.”
Sophie gaf aan het belangrijk te vinden dat zowel de formele als de informele zorg goed georganiseerd zijn. “We worden ouder en onze zorgvraag wordt complexer, we willen het liefst zo lang mogelijk thuis wonen, met formele en informele zorg.” Dat vraagt wel iets van de organisatie van formele en informele zorg en van de mensen die in de zorg werken. “Het beroep op informele zorg moet niet groter worden ómdat er minder geld of minder personeel is.” Sophie denkt dat we veel meer moeten en kunnen doen in de vorm van preventie.
Ingrediënten voor een zorgzame samenleving
Welke ingrediënten zijn belangrijk om een moderne zorgzame samenleving vorm te geven en welke partijen zijn daarbij betrokken? Ali Rabarison (VNG) en Corinne Ellemeet (GroenLinks) leidden de discussie in, ieder met een eigen verhaal.
“De kern van de beweging waarin wij ons bevinden, is de vraag hoe we solidariteit moeten organiseren”, gaf Ali aan. “Welke ingrediënten belangrijk zijn? Betrokken bewoners, mensen die in staat zijn andere partijen te binden aan de beweging die zij in gang zetten. Professionals kunnen daarbij helpen, maar moeten zich niet te veel bemoeien met initiatieven. Belemmeringen wegnemen, veel meer dan dat zouden professionals niet moeten doen. En ervoor zorgen dat de rechtstaat op orde is. Ten slotte is de inrichting van de stad, het dorp, de wijk van belang.”
Corinne gaf aan dat zij het belangrijk vindt dat initiatieven door mensen zelf genomen worden en dat zij de vrijheid daarvoor hebben. “Het is aan de overheid om de randvoorwaarden te creëren die die mensen nodig hebben. Een inclusieve, zorgzame samenleving begint bij elkaar tegenkomen, ontmoeten. Want als je geen mensen tegenkomt die zorgen hebben, hoe kun je dan een zorgzame samenleving creëren? Daarnaasst is aandacht nodig. Het gesprek aangaan met mensen en met hun mantelzorgers. Als we de vraag overslaan, werken we inefficiënt en doen we niet wat mensen zelf graag willen. Ten slotte zijn er fysiek toegankelijke (openbare) ruimtes nodig, want een inclusieve samenleving begint ook met een toegankelijke wijk of stad, of een toegankelijk dorp.”
De logica van de verzorgingsstaat en die van de participatiemaatschappij
De overheid is er nog steeds en professionals zijn nog steeds aanwezig. De manier waarop dat georganiseerd is en er verbanden worden gelegd, is bepalend voor de manier waarop de zorgzame samenleving tot stand komt. Wat kun je veranderen aan de institutionele context om ervoor te zorgen dat je meer ruimte biedt voor een zorgzame samenleving? Hoe kun je de spanning tussen de logica van de verzorgingsstaat en die van de participatiemaatschappij wegnemen? Hierover gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek tijdens het voorgerecht. Stoppen met denken als de grote lijnen al goed uitgezet zijn, minder indekken, meer aandacht voor aandacht en de invoering van een stap 0 die gezet wordt voordat een cliënt in het systeem terechtkomt, het zijn slechts enkele voorbeelden van de oplossingen die werden aangedragen.
Welke stappen moeten we op korte en wat langere termijn zetten?
Brenda Leenders (SIZA), en Rianka Habraken (ervaringsdeskundige wehelpen.nl) en Coen van de Steeg (WeHelpen) gingen erover in gesprek. Vanuit haar functie bij Rabobank Foundation was Rianka al betrokken bij de opstartfase van WeHelpen. Toen haar moeder een openhartoperatie moest ondergaan, was het voor haar een logische stap om het platform te gaan gebruiken. “Dat ging heel goed. We konden op één plek, in een afgeschermd en besloten netwerk alles delen, regelen en een logboek bijhouden.” Rianka ziet een toegevoegde waarde in WeHelpen voor intermediairs bij organisaties. Ook zij kunnen gebruikmaken van de digitale besloten omgeving bij organiseren, coördineren, monitoren en communiceren.
Coen vertelde dat er nu rond de 2.000 van zulke netwerken zijn op wehelpen.nl. Ze worden vooral gebruikt voor de logistieke kant van het organiseren van hulp rondom iemand heen. Tot nu toe zien we vooral dat dit aansluit bij de warme kant van het informele netwerk. De koude kring komt voort uit de marktplaats waar hulpaanbod en -vraag bij elkaar komen. “We werken nu aan de lauwe laag. Daarbij kun je denken aan de mensen van het schoolplein of de sportclub met wie je wel een vertrouwensband hebt en die altijd zeggen dat ze voor je klaarstaan als er iets is, maar die zelden ook daadwerkelijk bevraagd wordt. Die kring is nog onbenut potentieel en daar willen we wat mee.”
Brenda heeft als coördinator Vrijwilligerswerk al concrete stappen gezet in de verbinding tussen formele en informele zorg. “We zien steeds meer hulpaanbieders, ook mensen voor wie de term vrijwilliger minder van toepassing is. Veel mensen die iets willen betekenen, hoeven bij ons dan ook niet meer ingeschreven te zijn als vrijwilliger. En een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is niet altijd noodzakelijk.” Brenda voert zelf geen intakegesprekken meer met vrijwilligers en mensen die hulp aanbieden, dat gebeurt allemaal zo dicht mogelijk bij de zorgvragende cliënt en de begeleider. “Management kan namelijk van alles roepen, maar als het niet gevoeld wordt op de werkvloer gebeurt er niets. Ik laat het daar gebeuren waar het hoort.”
Wat geven en vragen we het kabinet nog?
Na nog een tafeldiscussie tijdens het hoofdgerecht over hoe je als professional kunt aansluiten bij de kracht van de samenleving, was het tijd voor het dessert met daarbij de conclusies van deze bijeenkomst. “We hebben de kracht van de samenleving nodig vanuit een positieve ontwikkeling, en we zoeken niet naar een alternatief voor de participatiesamenleving”, was een van die conclusies. “Welzijn is de nieuwe zorg, cultuur en sport zijn het nieuwe welzijn”, zei iemand anders. “Je kunt de vraagstukken van de zorgzame samenleving niet oplossen binnen het kwadrant van de zorg alleen.”
Op hoofdlijnen gebeuren er nu goede dingen. “We kunnen wel kijken wat er in de weg staat voor ontwikkelingen die van onderaf komen.” Den Haag moet vooral in de gaten blijven houden dat op hoofdlijnen de goede dingen gebeuren en zich verder niet te veel met de details bemoeien. Als mensen met die ideeën aan de slag gaan en tegen problemen aanlopen, kan Den Haag wél helpen zaken gemakkelijker te maken. Laten we het met elkaar doen!
Tot slot
WeHelpen bedankt alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en de dynamiek die zij in de discussies brachten. En hoopt, dat ze met elkaar in verbinding blijven, elkaar vragen durven stellen en voorbeelden delen.