Zorgen voor iemand is een proces dat begint met een bood-
schapje doen, helpen met de was en wat vaker even contact met elkaar. Als de gezondheid achteruit gaat, neemt de afhankelijkheid toe en voor je het weet ben je dagelijks aan
het regelen. Je bent mantelzorger geworden. Uit liefde en vanzelfsprekendheid. Maar ook, omdat er niet altijd alternatieven zijn.
Mijn vrouw heeft vorig jaar samen met haar beide zussen
een intensieve tijd doorgemaakt. De dagelijkse zorg voor mijn schoonmoeder kwam grotendeels op hun schouders terecht. Dit was liefdevol werk, maar ook erg zwaar, ondanks dat ze
met z’n drieën de belangrijkste taken verdeelden en onderling goed afstemden. Met inzet en hulp van veel betrokkenen leefde mijn schoonmoeder naar een waardig afscheid toe. Thuis, vertrouwd, omringd door degenen die zij liefhad en professionals die het goed met haar voorhadden. Ze kon het uit handen geven. Letterlijk en figuurlijk. Want er stond een sterk netwerk om haar heen.
Een hulpnetwerk is vanzelfsprekend
Sinds de invoering van de Wmo in 2015 streven we in Nederland naar zelfredzaamheid. Het vermogen van mensen om zichzelf te kunnen redden met zo min mogelijk professionele ondersteuning. Op die manier proberen we de stijgende kosten van de korte én langdurige zorg betaalbaar te houden. Voor zo’n 2,2 miljoen volwassenen die zelfstandig wonen, lukt dat aardig. Ze krijgen hulp bij dagelijkse klussen: het huishouden, boodschappen, vervoer en persoonlijke verzorging. Naast professionals spelen vooral mensen uit hun eigen sociale netwerk daarbij een belangrijke rol. Familie, buren, vrienden: de meesten vinden het geen enkel probleem om daar waar nodig even bij te springen.
Of toch niet?
Maar volgens het recente onderzoek van het SCP kan helaas niet iedereen terugvallen op zo’n groep mensen. 1,1 miljoen Nederlanders moeten het zelf zien te redden als ze langdurig (extra) hulp nodig hebben. Hun netwerk is klein, of woont te ver weg. Ze willen niet lastig gevonden worden, of vinden het moeilijk om om hulp te vragen. En het schrijnende is: de cijfers van SCP gaan over 2014. Vóór invoering van de Wmo, die voor veel veranderingen bij juist deze doelgroep heeft gezorgd. We vrezen dus, dat nog veel méér mensen op zoek zijn naar hulp in de buurt. Zowel cijfers als eigen ervaring wijzen uit, dat meer helpende handen ervoor zorgen dat burenhulp en mantelzorg langer vol te houden is.
Hoe dan wel?
Wehelpen.nl biedt mensen de mogelijkheid om hulp en ondersteuning samen met anderen te delen. Denk aan broers en dochters, vrienden en buren die een naaste tijdelijk of langer ondersteunen. Zelfs die neef, die aan de andere kant van het land woont, maar wel regelmatig een bezoek brengt. Met elkaar deel je een agenda en houd je elkaar op de hoogte. Dat geeft rust en het gevoel er niet alleen voor te staan. Samen is het gemakkelijker en kost het minder tijd. Mensen die geen netwerk hebben, kunnen via wehelpen.nl in contact te komen met hulpaanbieders in de buurt. En hoe mooi is het als een welwillende buurtbewoner het initiatief neemt om meer mensen te mobiliseren en samen een hulpnetwerk te vormen?
Neem meneer Jansen en zijn hond Bowie. Meneer Jansen is al wat ouder, zijn kinderen wonen niet in de buurt. Hij redt zich eigenlijk prima sinds het overlijden van zijn vrouw. Totdat hij net iets te ver reikte op dat keukentrapje. Gelukkig had hij zijn mobiele telefoon op zak. Eenmaal weer thuis met zijn gebroken been in het gips, belt hij met de plaatselijke welzijnsinstelling: ‘Wie kan de komende zes weken Bowie uitlaten?’ Hij kent wel een paar mensen in de buurt, maar de komende zes weken zit hij aan huis gekluisterd. De dame aan de telefoon plaatst een bericht op wehelpen.nl. En binnen twee dagen zijn er 12 reacties. Een paar kent meneer Jansen van gezicht. Anderen zijn nieuw. Allemaal hebben ze één ding gemeen: even helpen? Natuurlijk! Ze maken een hulpnetwerk aan op wehelpen.nl, met een rooster wie wanneer voor Bowie zorgt. Als er iets tussen komt, kunnen ze elkaar waarschuwen en vervanging regelen. Van ’t een komt ’t ander: waar je voor vijf kookt, is een zesde portie geen enkele moeite. En als je toch boodschappen gaat doen, zijn wat extra artikelen zo meegenomen. Door hun gezamenlijke zorg rondom meneer Jansen, leren ze elkaar ook wat beter kennen. Meneer Jansen blij, Bowie blij en de hulpbieders blij.
Doe het gewoon!
Kijk eens om je heen. Wees je bewust van de situatie van je ouders die nu of straks meer hulp nodig hebben. Of die alleenstaande meneer in de buurt, die weinig mensen kent. Hoe vaak hoor of zeg je zelf: “Als ik ergens mee kan helpen, laat het gerust weten!” Draai het eens om en biedt concreet iets aan. Of maak een hulpnetwerk aan op wehelpen.nl en nodig mensen die je kent uit om samen die zieke ouder, vriend of eenzame buurman tijdelijk of langer op te vangen. Vele duizenden gingen je voor en organiseren samen met anderen de zorg rondom iemand. Iemand zoals meneer Jansen, die voor een korte periode extra hulp nodig had. En iemand zoals mijn schoonmoeder, voor wie we met een heel team gedurende langere tijd dagelijks alles regelden in een strak schema.
Door hulp te geven en hulp te delen maak je de dag van een ander en die van jezelf. Wedden? En je weet nooit wanneer je zelf hulp nodig hebt. Dan is het maar wat fijn als er mensen om je heen staan om voor jou te zorgen.
Coen van de Steeg, mede-oprichter en directeur WeHelpen