WeHelpen neemt je mee in interessante discussies, bijzondere inzichten en vooral prikkelende punten om eens over na te denken. Deze week vertelt Arjan in ‘t Veld, mede-oprichter van WeHelpen en directeur BureauVijftig over “Niemand hangt de vuile was graag buiten”.
Zelf was ik pas 12 toen ik voor het eerst werd geconfronteerd met mantelzorg. Mijn moeder werd ziek: MS. Dat was in ‘96. Ik was nog jong, ging net naar de middelbare school, kende de term mantelzorg totaal niet en deed maar gewoon wat me het beste leek. Of eigenlijk niet; mijn ouders deden dat. Logisch: het leven ging immers gewoon door.
Hoewel de term mantelzorg uit 1972 stamt, lag in ‘96 de hausse aan aandacht voor het fenomeen nog ver voor ons. Toch viel me toen al iets op. Iets dat ik in de afgelopen 20 jaar niet alleen in mijn eigen,
maar ook in heel veel andere mantelzorgsituaties heb gezien.
Misschien herken je het?
Mensen die in een mantelzorgsituatie komen lijken de natuurlijke neiging te hebben alles zelf te willen doen of op te willen lossen. Het liefst zonder bemoeienis van buitenaf. Ze gaan vaak helemaal op in hun eigen situatie. Niemand, vrienden, familie, kinderen, de rest van het gezin, krijgt echt te zien hoe het zit.
Als je bij ze langs gaat, dan is alles al gedaan, als je belt gaat het altijd ‘goed naar omstandigheden’, vragen worden ontweken en aangeboden hulp wordt vriendelijk afgehouden. De buitenwereld krijgt weinig lucht van de echte situatie en staat vaak letterlijk ‘buitenspel’.
Natuurlijk. zo slecht gaat het vaak ook niet. Het gros van de dagen gaat het goed, maar er is ongetwijfeld genoeg hulp die ook dan kan worden geboden. Een keertje boodschappen doen, de tuin flink onder handen nemen, het gras maaien, ramen zemen, een ritje naar het ziekenhuis of gewoon een middagje gezelschap. Ik weet zeker dat veel van die mensen het achteraf gezien heel fijn vinden als ze hulp hebben gekregen, maar het aan mensen vragen doen ze niet. De drempel om dat te doen lijkt huizenhoog. Het lijkt soms alsof mensen pas hulp gaan vragen als het te laat is. Als ze verdronken zijn in hun eigen situatie en geen andere uitweg zien dan hulp van de buitenwacht aanvaarden.
Hoe komt dat toch? Misschien is het iets typisch Hollands, anders is het wel heel menselijk. We hangen de vuile was niet graag buiten. Een gevoel van trots?
Toch ligt daar de sleutel voor de oplossing van veel mantelzorgproblematiek: eerder hulp vragen. Zorgen dat mensen geen drempel zien, geen beren op de weg of andere belemmeringen. Zorgen dat ze in hun eigen vertrouwde omgeving een vraag durven te stellen en later misschien zelfs aan ‘wildvreemden. Dat het volkomen normaal wordt om een vraag te stellen als je er zelf even niet uit komt en aangeboden hulp makkelijker aanvaardt.
Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat dat allemaal best mogelijk is, die drempels verlagen. Mensen helpen de hamvraag te stellen “zou je mij willen helpen”. Het kost gewoon wat tijd en overtuigingskracht. En vraagt een actieve rol van de aanbieder van hulp. We zeggen vaak wel dat we willen helpen, maar helpen de hulpbehoevende niet met het vragen van hulp. Tools, digitaal of fysiek, die het stellen van de vraag vergemakkelijken blijken daarbij vaak zeer nuttig. Zoals Facebook het makkelijk maakt om je vrienden of je kinderen in de gaten te houden, Schoolbank ons destijds oud-klasgenoten liet terugvinden en Twitter onze dagelijkse nieuwsbron is.
Hulp vragen voelt dan soms net zo makkelijk als aanbieden en ‘elkaar’ helpen wordt echt iets vanzelfsprekends.
Lees ook de bijdragen van Nicole van Loy over ‘Doen’, Maurits von Martels over ‘Civil Society’, Frido Kraanen over ‘Cijfers en sociaal gedrag’, Jos van Nunen over ‘Mantelzorg’ en Pieter Vos over ‘Vraagverlegenheid’. Je vindt ze op onze nieuwspagina. En ben je benieuwd naar de ontstaansgeschiedenis van WeHelpen? Lees dan het verhaal.