Deze zomer nemen de bestuursleden van WeHelpen je mee in interessante discussies, bijzondere inzichten en vooral
prikkelende punten om eens over na te denken. Maurits von Martels, Wethouder bij gemeente Dalfsen, vertelt deze week Civil society.
Civil society, ofwel de burgermaatschappij, is een begrip met een lange geschiedenis. Toch is het onderwerp actueler dan
ooit omdat de Nederlandse regering sinds 2007 dit kern-
begrip inzet om te pleiten voor de actieve burger. Een burger die actief op zoek gaat naar hulp en oplossingen voor zijn probleem. Dit om de grote belasting op uitkeringen en subsidies te verlagen. Het particulier initiatief, de buur die komt helpen, wordt steeds belangrijker. De burger krijgt meer verantwoordelijkheid, maar zal deze ook moeten nemen om zelf vorm te geven aan zijn toekomst en bij te dragen aan de samenleving.
Klinkt natuurlijk allemaal mooi en aardig, maar als lokale overheid is er altijd het dilemma tussen het ruimte geven aan de zorg van burgers voor elkaar en het opvangen van de burgers die het meest kwetsbaar zijn. Op individuele verschillen inspelen en geen rollen afdwingen, daarin ligt misschien wel de sleutel tot succes. Er kan alleen een goede rolverdeling tussen gemeenten, instellingen en burgers gevonden worden als er een wederzijdse en constante dialoog gevoerd wordt. Wat mensen kunnen en willen doen voor anderen loopt enorm uiteen. Over wie hebben we het? Waar, wanneer, onder welke voorwaarden? Dit soort vragen moeten eerst beantwoord worden om voortdurend in beeld te hebben waar de grenzen van mogelijkheden en verantwoordelijkheid van burgers liggen en hoe deze eventueel verlegd moeten/kunnen worden.
Enerzijds dient de lokale overheid vanuit het principe van loslaten in vertrouwen “er niet te dicht bovenop te zitten” en juist “losjes mee te bewegen” met het veranderend initiatief. Anderzijds is dat ook lastig, zeker als het oorspronkelijke doel echt uit zicht dreigt te verdwijnen én er vanuit de lokale overheid flink wat publieke middelen in zijn gestoken. Het zorgvuldig en open omgaan met verschillende persoonlijke belangen in en rondom burgerinitiatieven, door alle partijen is mijns inziens een cruciale vaardigheid die de komende jaren verder ontwikkeld dient te worden.
Als we even terugkijken, dan zien we dat de aandacht in de loop van de geschiedenis verschuift van overheid naar markt naar de burger. Na de 2e Wereldoorlog lag de bal bij de overheid, vanaf 1980 bij de markt en sinds zoals gezegd 2007 ongeveer bij de burger. In elk van deze perioden was men ervan overtuigd op het goede spoor te zitten, maar werden de beperkingen na verloop van tijd zichtbaar en was het nodig om een radicale breuk te forceren. Door verantwoordelijkheden nu te eenzijdig bij de burger neer te leggen geven we geen blijk van historisch besef. Uit veel onderzoek blijkt dat een terugtrekkende overheid slechts terugtrekkende burgers creëert.
Evenwicht zoeken tussen burger, overheid en markt, daar ligt voor de komende jaren de opgave. Alleen onder deze voorwaarden heeft de civil society in mijn ogen kans van slagen!
Lees ook de bijdrage van Frido Kraanen over cijfers en sociaal gedrag, de ideeën van Jos van Nunen over Mantelzorg en de gedachten van Pieter Vos over Vraagverlegenheid.